Met het in 2020 plotse en pijnlijke heengaan van Jeff Steensels (76) verdween een markant figuur uit het Belgische rallywereldje. Het wel en wee van het BK Rally is ontegensprekelijk verbonden met de immer aimabele Jeff ‘Moustache’. Het mag dan ook geen verrassing zijn dat hij destijds, na de eenmaking van het BK, mee aan de wieg stond van de Criterium-annexen.
Omdat de circuitracerij in handen was van professionele organisaties – Palmares en later Pitlane voor Procar; Circuit Zolder met Belcar – volgde er halverwege ’99 een eerste Werkgroep Rally, mét de merkvertegenwoordigers die op één of andere manier betrokken waren in het BK Rally. Doel hiervan was het proberen op te waarderen van het BK en de noden van deze geldschieters beter te begrijpen. Er werden enkele krijtlijnen uitgetekend. Naar voorbeeld van Koning Voetbal sprak men voortaan over het meer tot de verbeelding sprekende Divisie 1 (ex-Internationaal) en Divisie 2 (ex-Nationaal), wat zeer vlug door iedereen werd uitgesproken als D1 en D2. Met steun van Peugeot Belux werd daarop in 2000 het Junior-kampioenschap gelanceerd, waarbij de winnaar een seizoen kreeg aangeboden in een Peugeot 206 S1600. Er werd toen ook al gepraat over het capteren van beelden…
Drie jaar later bleek dat onder invloed van het wegvallen van de tabaksreclame en té strenge FIA-spelregels de D1 aan bloedarmoede leed, terwijl de D2 steeds meer floreerde: rally’s van één dag, auto’s die niet meer gehomologeerd waren (de Groep R(etro)) en regionale annexen (met goedkopere vergunning) zorgden voor een vol huis en tevreden organisatoren.
“De D2-organisatoren werden voor de keuze gesteld: voor het seizoen 2004 meestappen in D1 of regionaal degraderen. Hannuit, TAC, Sezoens en Haspengouw kozen voor een opstapje naar de “grote divisie”.”
De toenmalige RACB-bonzen zagen de leegloop in D1 en het succes van de D2 en concludeerden dan maar dat een soort “union fait la force” iedereen zou samendrijven in één grootgemaakt kampioenschap. De D2-organisatoren werden voor de keuze gesteld: voor het seizoen 2004 meestappen in D1 of regionaal degraderen. Hannuit, TAC, Sezoens en Haspengouw kozen voor een opstapje naar de “grote divisie”.
De deelnemers volgden evenwel de beweging niet, wegens het wegvallen van de eerder geciteerde technische en financiële voordelen. 50 auto’s aan de start was vaste kost in het BK 2004 en heel wat organisatoren geraakten moeilijk of niet uit de kosten. De eerste die daarom de handdoek in de ring gooide, was Pierre Delettre. In 2005 opende het Belgische seizoen zonder de Boucles van Spa. Eén jaar later verkoos Hannuit af te zien van een nationaal ticket en opnieuw mee te tellen voor het ASAF-kampioenschap. Met 180 deelnemers bewezen Jacques Ravet en zijn mensen dat zij de juiste en meest verstandige keuze hadden gemaakt.
Het was duidelijk dat het vrijer omspringen met reglementen aan de basis lag van het succes van de regionale startvelden. Dany Colebunders, toen rally-manager, begreep waar moest worden ingegrepen. Daarop werden, naast de reeds eerder (moeizaam) gelanceerde GT-klasse, de groepen M, S, R in het leven geroepen, maar de mayonaise pakte niet. Op dat ogenblik stond ik (opnieuw) aan het roer van RACB Sport en besloot ik samen met Dany alle organisatoren persoonlijk op te zoeken.
“Tot grote tevredenheid van alle betrokken organisatoren volgde in 2006 de geboorte van het RACB Rally Criterium, dat enkel open zou staan voor RACB-vergunninghouders of een goedkope RACB-dagvergunning”
“Oei, slecht nieuws vanuit Brussel”, hoor ik Jeff Steensels ons nog verwelkomen bij hem thuis in Bocholt. “Neen”, stelden wij Jeff meteen gerust. “Wij komen luisteren naar wat jullie problemen zijn en hoe we die kunnen verhelpen.” Jeff wond er geen doekjes om en maakte ons duidelijk dat ‘den RACB’ een vergissing had begaan door de regionale annexen af te schaffen. Voor de kleinere organisaties waren die annexen een belangrijke… sponsor! Zonder annexen verloren zij een broodnodig inkomen: regionale piloten namen immers geen (dure) nationale vergunning om één keer op hun thuisterrein aan te treden en konden ook niet langer rijden met een VAS of ASAF-pasje!
Wij konden Michel Jodogne, algemeen directeur RACB, overtuigen van de noodzaak van de annexen en er werd, na overleg met Jeff en Racing Team Moustache, besloten tijdens de Sezoensrally in 2005 een soort “test” te organiseren: VAS-vergunning, lager inschrijfrecht, minder KP’s. Tot grote tevredenheid van alle betrokken organisatoren volgde hierop in 2006 de geboorte van het RACB Rally Criterium, dat enkel open zou staan voor RACB-vergunninghouders of een goedkope RACB-dagvergunning. Vanuit de regio’s kwam felle kritiek – er werd tenslotte in dezelfde vijver gevist – en met amper zes deelnemers kon de eerste manche van het RACB Rally Criterium in de Ardenne Bleue Rallye de sceptici niet overtuigen. Dat had veel te maken met (terechte) drempelvrees voor de (strengere) RACB technische keuring en veel ongeloof dat er met een regionaal conforme auto wel degelijk kon gestart worden in een nationale rally… In de TAC Rally waren er al meer gegadigden en in de Rallye de Wallonie passeerden meer dan 40 auto’s afkomstig van ASAF-proeven de technische Criterium-keuring van RACB. The rest is history.
“Als nieuwe organisator diende men adelbrieven voor te leggen, na leerschool doorlopen te hebben in provinciale/regionale kampioenschappen”
Zonder het wegvallen van de D2 en het één maken van één groot BK had een organisator à la Sezoens het wellicht moeilijker gehad om op te klimmen naar (toen nog) D1. Als nieuwe organisator diende men adelbrieven voor te leggen, na leerschool doorlopen te hebben in provinciale/regionale kampioenschappen. Zo verkregen de 12 Uren van Bocholt na elf provinciaal/regionale edities in 1986 weliswaar de nationale erkenning, maar het was tot 1988 wachten vooraleer er onder de vlag van Sezoensrally voor nationale punten kon gestreden worden in wat toen nog het ‘Nationaal Rally Kampioenschap’ heette.
Aan de hand van door de observator en de sportcommissarissen in te vullen vragenlijstjes – hing er bijvoorbeeld een FIA-vlag op het podium? – werden kandidaturen gewikt en gewogen, werden punten toegekend en via het principe van de “lift” konden rally’s evengoed degraderen (naar D2) of promoveren (naar D1). Een subjectieve bezigheid. Zo verdwenen de 12 Uren van Tielt, later TAC Rally, in 1986 van het ‘groot’ kampioenschap naar het tweede en kleinere kampioenschap. Slechte organisatie? Neen, de organisatie rondom Ivan Viaene werd het slachtoffer van een vete tussen enkele officiëlen en dat leidde tot een minder goed rapport en vooral te weinig punten om het recht te behouden tot wat later Divisie 1 zou heten. Van hetzelfde laken een broek voor de toenmalige Bianchi Rally. Het Belgische rapport deed ook de Waalse klassieker verdwijnen naar het ‘kleine’ kampioenschap, terwijl de FIA-rapporteurs zonder enige twijfel een coëfficiënt toekenden waardoor de Bianchi datzelfde jaar meetelde voor het Europees kampioenschap…
Ironie van het lot. Zovele jaren later deed het succes en vooral het liberale karakter van de D2 kleinere organisaties steeds meer bedanken voor een D1-kandidatuur, hetgeen dus voor het seizoen 2004 leidde tot de een moeilijke hervorming van het BK Rally.