De aanwezigheid van Fountain op de auto’s van Dirk Vermeersch

De aanwezigheid van Fountain op de auto’s van Dirk Vermeersch
Het was voor de 24 Uren van Daytona dat Dirk Vermeersch steun verkreeg van Fountain.

Het verhaal van de jarenlange samenwerking tussen Dirk Vermeersch en Fountain, dat in de States in ’72 werd opgericht als verre voorloper van de nu overbekende Nespresso, begon toen ik bij Keesing Auto Magazine verantwoordelijk was voor de rubriek ‘Provinciale Autosport’ en er in de rijke slalomkampioenschappen kennismaakte met Manu Dhave. Hij was met zijn Davamat-bedrijf vanuit Eeklo verdeler van de Fountain-warme drankautomaten, machines met patronen of capsules. Samen met garagehouder Gaspard Viaene liet het Davamat/Fountain-team Mini’s rijden voor Dhave, Viaene en nog enkele andere vaste waarden.

Toen ik voor de 24 Uren van Spa in 1980 voor ex-Simca-kampioen Manu Goossens zocht naar sponsoring wou Manu Dhave een beetje helpen. Aanvankelijk was er een akkoord met Marc Piessens en het Kredietbank Racing Team – dat liefst twee VW’s Scirocco en een Audi 80 (met Jochen Mass!) liet rijden – en stond Antwerpenaar Goossens zelfs op de teamfoto, maar uiteindelijk verkozen wij in te gaan op het aanbod van Decaluwe. Vooral omdat Gilbert Staepelaere, himself, zich ging bezigheden met de organisatie van de manschappen van de Ford-trouwe familie uit Temse en snelle Theo Koks de steun genoot van Ford Nederland. Ja, ik was toen al een soort journalist-manager, een combinatie die anderen vele jaren later zonder veel schroom zouden toepassen…

Geen kwalificatie voor de Decaluwe Ford Escort RS van het trio Manu Decaluwe-Theo Koks-Manu Goossens in de 24 Uren van Francorchamps in 1980. Foto ©Koen Hemelaer

Uit de foto (met dank aan Koen Hemelaer) blijkt dat deze Ford Escort RS #54 van Manu Decaluwe, Theo Koks en Manu Goossens wel degelijk op de startgrid stond van de 24 Uren, maar geheel achteraan, samen met 12 andere ‘ongelukkigen’ die zich niet konden kwalificeren en enkel zouden kunnen deelnemen indien er een auto op de grid plots verstek zou geven. Wat dus niet gebeurde. Toch niet voor de zevende auto op dat lijstje. En, de foto in kwestie leert mij tevens dat mijn broer Paul (opnieuw) een duit in het zakje deed – Constant vooraan duidelijk zichtbaar! – om het budget rond te krijgen…

Eind van datzelfde jaar werd ik gecontacteerd door Jean-Paul Libert, later bekend geworden als geniale sponsorversierder, stichter van het Inpra-promotiekantoor en mee aan de basis van de deal die Boutsen toeliet in F1 te debuteren. Na een eerste stunt met de deelname van Pozzi-Ferrari’s 512 BB in Le Mans in ’80 (met Dieudonné, Xhenceval, Régout en Libert zelf) wou hij in ’81 opnieuw onder de vlag van de (Antwerpse) European University met IMSA Mazda’s RX-7 van Z & W Enterprise naar de 24 Uren van Daytona!

De cover van de tweede uitgave van het jaarboek Racing Society 82.

Libert had parallel het jaarboek Racing Society gelanceerd – eigenlijk een printversie van een website avant la lettre – en gezien hij zocht naar een Vlaamse partner, werd Keesing Auto Magazine (de voorloper van het latere Auto & Sport en Autokrant) bereid gevonden om het jaarboek te helpen promoten. Zo werden de Mazda’s getooid met het logo van “de Keesing”. Libert was zich goed bewust van het belang van een Vlaamse inbreng en zo mocht het populaire duo Eddy Joosen-Dirk Vermeersch, dat in ’81 met de Bastos-Juma BMW’s 530i furore zou maken in het BK Productie én de 24 Uren van Spa, met de University op reis naar Florida. Om de kosten volledig te dekken, diende er gezocht te worden naar sponsors. Na de tegenvaller in Spa was Manu Dhave akkoord om deze keer Dirk Vermeersch te steunen en prijkte Fountain op de blauwe Mazda’s…

Dankzij Jean-Paul Libert (links achteraan) konden Pierre Dieudonné, Dirk Vermeersch, Eddy Joosen, Hervé Regout en Jean Xhenceval met de European University naar Daytona!

Sportief werd Daytona voor Joosen-Vermeersch geen meevaller. Daarom kregen zij van Z & W Enterprise een herkansing en konden daarop een gelijkaardige IMSA Mazda in de 12 Uren van Sebring naar een zesde plaats loodsen. Het doen en laten van de Belgen was Pierre Honneger, de Zwitserse Amerikaan die het team runde, bijgebleven en aangezien Eddy na een eerste en enige deelname in ’77 (als teammaat van Walkinshaw en Dewael in de tweede UFO-BMW Luigi) had gezworen nooit meer te starten in Le Mans, mocht Dirk solo naar Le Mans trekken, aan de zijde van nobele onbekenden Ratcliff en Stiff. Ondanks de inzet van de snelle Belg bleef de witte IMSA Mazda RX-7 op de reservelijst staan en diende Vermeersch een kruis te maken over zijn debuut in de 24 Uren van Le Mans.

Eén van de Mazda’s RX7 van het verenigde Z & W Enterprise – European University in de 24 Uren van Daytona 1981.

Na zijn vertrek bij Juma-Joosen Racing slaagde Dirk erin om met steun van Fountain terug aan de bak te komen. Dat werden enkele knappe one-shot-deelnames, zoals een Lola T298 BMW-proto die hij in de 1000 Km van Spa deelde met François-Xavier Boucher en ‘Jean Hex’, het debuut in Formule Ford bij het Duitse ISA Racing of zelfs 24 Uren van Spa in de Semoulin-Capri als co van Alain Semoulin en Bernard De Dryver.

Geholpen door de goede return in de media en het contact via Manu met de grote baas van de Fountain Group, verkreeg Dirk sponsoring van het hoofdhuis in Eigenbrakel en werd de aanwezigheid van Fountain steeds belangrijker. Geïnspireerd door de eerdere deelname aan Parijs-Dakar (met Christian Delferrier) volgde in ’83 de overstap naar het BK Rally. Mét de komst van Zenex als hoofdsponsor en Fountain op de zijflanken van de Opel Ascona en later Opel Manta van Hoflijk Racing, goed voor de Belgische Groep A-titel! Fountain ontbrak evenmin op de DVA-Toyota’s, eerst Avia (1984), later Het Nieuwsblad (1985-1986).

Na de Opel Hoflijk volgde de Toyota Avia en later Toyota Het Nieuwsblad. Maar altijd met Fountain erbij! Foto ©Willy Weyens.